‘Woorden maken werelden.’ Deze quote, waarvan de oorspronkelijke bron onduidelijk is, spookt wekelijks door mijn hoofd. Ik bouw mijn wereld met woorden. Ik denk, overweeg, puzzel en onderzoek. Ik praat en schrijf en praat nog wat meer. Ik krabbel woordjes in notitieboekjes over mijn grootste en kleinste gevoelens. Ik typ en typ tot ik niet meer kan, mijn vingers vliegen over het toetsenbord alsof ze geschapen zijn met die vaardigheid. Mijn aandacht klampt zich vast aan woorden: aan songteksten, aan gedichten, aan de lieve woorden die me toegefluisterd worden in het donker, aan het gebrek aan woorden van geliefden terwijl ik inzicht wilde in hun gevoelswereld. Ook gevuld met woorden zijn de boeken die ik lees, waar ik met zoveel plezier doorheen blader dat ik niet kan stoppen met het kopen van meer boeken met nog meer woorden. Of de krant, elke zaterdag, vol met woorden die me vertellen hoe het met de hele wereld gaat. Woordjes van mijn vrienden over hun dagen, hun harten en hun pijnen die verschijnen op mijn telefoonscherm.
Ik heb geen gedachten zonder daar woorden voor te hebben. Het is mijn natuur geworden om alles een naam te geven. Zelfs de naamloze gevoelens omschrijf ik, langdradige verhalen in mijn dagboek over de donkere krochten in mijn hoofd. Woorden zijn hoe ik liefheb: ik kijk naar een ander en er komen zoveel woorden van affectie in me op dat ik er niet omheen kan. Woorden maken het mogelijk om te vertellen wat ik voel.
Het is dus geen wonder dat ik heb gekozen voor psychologie. Deze discipline is doorspekt met woorden. Ik bevond me een jaar geleden op een druk feestje, waar een onbekend persoon zich aan me voorstelde. We belandden al gauw op het onderwerp ‘psychologie’ en waarom ik dan zo graag de klinische psychologie in wilde. Ik maakte wat grootse handbewegingen en zei toen: ‘Ik ben gewoon geïnteresseerd in het verhaal van mensen. Ik wil weten waar de knikken zitten, waar het verhaal in de knoop is geraakt. Ik wil de knoop uit het verhaal halen, of op z’n minst de knoop kunnen begrijpen.’
Een andere herinnering die naar de voorgrond drijft is van een tijdje geleden, toen ik nog stage liep in een ziekenhuis. Ik kan me heel goed voor de geest halen hoe ik de balans zocht en vond tussen het luisteren en het zoeken naar de juiste woorden. De juiste woorden maakten het verschil tussen begripvol zijn of de plank misslaan. De juiste woorden, de subtiele nuance vinden, de juiste stilte laten vallen.
De juiste woorden bouwen een brug van begrip tussen mensen. Het doet meer dan praktische communicatie: het zorgt voor connectie, voor erkenning, en uiteindelijk voor liefde.
‘Woorden maken werelden.’ Deze quote, waarvan de oorspronkelijke bron onduidelijk is, spookt wekelijks door mijn hoofd. Ik bouw mijn wereld met woorden. Ik denk, overweeg, puzzel en onderzoek. Ik praat en schrijf en praat nog wat meer. Ik krabbel woordjes in notitieboekjes over mijn grootste en kleinste gevoelens. Ik typ en typ tot ik niet meer kan, mijn vingers vliegen over het toetsenbord alsof ze geschapen zijn met die vaardigheid. Mijn aandacht klampt zich vast aan woorden: aan songteksten, aan gedichten, aan de lieve woorden die me toegefluisterd worden in het donker, aan het gebrek aan woorden van geliefden terwijl ik inzicht wilde in hun gevoelswereld. Ook gevuld met woorden zijn de boeken die ik lees, waar ik met zoveel plezier doorheen blader dat ik niet kan stoppen met het kopen van meer boeken met nog meer woorden. Of de krant, elke zaterdag, vol met woorden die me vertellen hoe het met de hele wereld gaat. Woordjes van mijn vrienden over hun dagen, hun harten en hun pijnen die verschijnen op mijn telefoonscherm.
Ik heb geen gedachten zonder daar woorden voor te hebben. Het is mijn natuur geworden om alles een naam te geven. Zelfs de naamloze gevoelens omschrijf ik, langdradige verhalen in mijn dagboek over de donkere krochten in mijn hoofd. Woorden zijn hoe ik liefheb: ik kijk naar een ander en er komen zoveel woorden van affectie in me op dat ik er niet omheen kan. Woorden maken het mogelijk om te vertellen wat ik voel.
Het is dus geen wonder dat ik heb gekozen voor psychologie. Deze discipline is doorspekt met woorden. Ik bevond me een jaar geleden op een druk feestje, waar een onbekend persoon zich aan me voorstelde. We belandden al gauw op het onderwerp ‘psychologie’ en waarom ik dan zo graag de klinische psychologie in wilde. Ik maakte wat grootse handbewegingen en zei toen: ‘Ik ben gewoon geïnteresseerd in het verhaal van mensen. Ik wil weten waar de knikken zitten, waar het verhaal in de knoop is geraakt. Ik wil de knoop uit het verhaal halen, of op z’n minst de knoop kunnen begrijpen.’
Een andere herinnering die naar de voorgrond drijft is van een tijdje geleden, toen ik nog stage liep in een ziekenhuis. Ik kan me heel goed voor de geest halen hoe ik de balans zocht en vond tussen het luisteren en het zoeken naar de juiste woorden. De juiste woorden maakten het verschil tussen begripvol zijn of de plank misslaan. De juiste woorden, de subtiele nuance vinden, de juiste stilte laten vallen.
De juiste woorden bouwen een brug van begrip tussen mensen. Het doet meer dan praktische communicatie: het zorgt voor connectie, voor erkenning, en uiteindelijk voor liefde.